ECLI:NL:RVS:2022:355

Raad van State

Datum uitspraak
3 februari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
202200172/4/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A. ten Veen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking omgevingsvergunningen voor windturbines Windpark Oude Maas

Op 3 februari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het betreft een hoger beroep van Stichting Wind van Voren en anderen tegen de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard van hun verzoeken tot intrekking van omgevingsvergunningen voor het oprichten en in werking hebben van windturbines op het Windpark Oude Maas. De omgevingsvergunningen waren eerder verleend aan Eneco en REF op 2 oktober 2017.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het college op 24 november 2021 de verzoeken tot intrekking heeft afgewezen. Hierop hebben Stichting Wind van Voren en anderen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank Rotterdam heeft op 3 december 2021 het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarna de verzoekers in hoger beroep zijn gegaan.

In de uitspraak van 3 februari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak zich onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen. Gelet op deze onbevoegdheid heeft de voorzieningenrechter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is bepaald dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden en dat het griffierecht van € 541,00 aan de verzoekers wordt terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. A. ten Veen, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, griffier.

Uitspraak

202200172/4/R3
Datum uitspraak: 3 februari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Awb) hangende het hoger beroep van:
Stichting Wind van Voren, gevestigd te Barendrecht, en anderen,
verzoekers,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 3 december 2021 in zaak nr. 21/6000 en 21/6026 in het geding tussen:
Stichting Wind van Voren en anderen
en
het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard.
Procesverloop
Bij besluiten van 24 november 2021 heeft het college de verzoeken van Stichting Wind van Voren en anderen tot intrekking van de op 2 oktober 2017 aan onderscheidenlijk Eneco en REF verleende omgevingsvergunningen voor het oprichten en in werking hebben van twee, onderscheidenlijk drie windturbines op het "Windpark Oude Maas" (hierna: de omgevingsvergunningen) in te trekken afgewezen.
Stichting Wind van Voren hebben tegen de besluiten van 24 november 2021 beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft bij uitspraak van 3 december 2021, het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen afgewezen.
Stichting Wind van Voren en anderen hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Ook hebben Stichting Wind van Voren en anderen de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2022:337, heeft de Afdeling zich onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen.
2.       Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
3.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
4.       De griffier van de Raad van State zal aan Stichting Wind van Voren en anderen met toepassing van artikel 8:114, tweede lid, van de Awb het door hen betaalde griffierecht voor de behandeling van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening terugbetalen.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek af;
II.       bepaalt dat de griffier van de Raad van State aan Stichting Wind van Voren en anderen het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 541,00 voor de behandeling van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening terugbetaalt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, griffier.
w.g. Ten Veen
voorzieningenrechter
w.g. Soede
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 februari 2022
270