ECLI:NL:RVS:2022:809
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen terugkeerbesluit en inreisverbod
Op 21 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 8 november 2021 afgewezen en de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, alsook een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 31 januari 2022 het beroep gegrond verklaarde en het terugkeerbesluit en inreisverbod vernietigde. Zowel de staatssecretaris als de vreemdeling hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In het kader van het hoger beroep heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de ingediende argumenten, besloten om de voorlopige voorziening toe te kennen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 759,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 maart 2022, waarbij de voorzieningenrechter, mr. A. Kuijer, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. E.L. Iedema, de beslissing heeft genomen. De voorzieningenrechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen, maar de griffier heeft dit wel gedaan.