ECLI:NL:RVS:2023:1010
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 15 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 10 januari 2023 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 22 februari 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris verzocht om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Gelet op de belangen die zijn aangevoerd, heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.C.W. Lange, in tegenwoordigheid van mr. E. de Groot, griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 maart 2023.