ECLI:NL:RVS:2023:1013
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- N. Verheij
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 15 maart 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 22 juli 2020 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verklaarde op 17 mei 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. C.M.G.M. Raafs, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de terroristische organisatie IS geen sociale groep is in de zin van het Vluchtelingenverdrag. De Afdeling bevestigde de motivering van de rechtbank en verwees naar eerdere uitspraken over de voorwaarden om een groep als sociale groep aan te merken. Het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, en de Raad van State oordeelde dat er geen vragen waren die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd genomen door de voorzitter mr. H.G. Sevenster en de leden mr. N. Verheij en mr. J. Schipper-Spanninga, in aanwezigheid van griffier mr. N. Tibold. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 maart 2023.