ECLI:NL:RVS:2023:1277
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 1 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan een vreemdeling. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. Op 24 januari 2023 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. B.J.P.M. Ficq, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep. De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het uitlezen van de telefoon van de vreemdeling geen directe betekenis heeft voor het opleggen of voortduren van de vrijheidsontnemende maatregel. De klacht van de vreemdeling dat hiervoor geen wettelijke grondslag is, behoeft volgens de Raad van State geen verdere bespreking.
De Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J. Schipper-Spanninga, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 30 maart 2023.