ECLI:NL:RVS:2023:1290
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om niet-uitzetting en proceskostenvergoeding
Op 30 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen, die in hoger beroep waren gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, hadden eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 januari 2023 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank had op 15 maart 2023 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep gingen en verzochten om een voorlopige voorziening.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op hun hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met hun verzoek, tot een bedrag van € 837,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen die in asielprocedures betrokken zijn, en de mogelijkheid om voorlopige voorzieningen te vragen in afwachting van een definitieve uitspraak in hoger beroep.