ECLI:NL:RVS:2023:158
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en aansprakelijkheid voor kosten bij verkeerd aanbieden van huishoudelijk afval
Op 18 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen [appellant], wonend te Schiedam, en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. De zaak betreft de toepassing van spoedeisende bestuursdwang door het college wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Schiedam 2013 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen. Het college had op 7 februari 2022 besloten dat de kosten van de bestuursdwang, ter hoogte van € 150,00, voor rekening van [appellant] zouden komen. Dit besluit volgde op de constatering dat een kartonnen verpakking, met daarop de naam en het adres van [appellant], was aangetroffen naast een ondergrondse afvalcontainer in Schiedam op 22 november 2021.
[appellant] heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar op 9 juni 2022 ongegrond. Hierop heeft [appellant] beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 13 december 2022 heeft [appellant] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij niet verantwoordelijk was voor het verkeerd aanbieden van het afval. Hij stelde dat hij zijn afval altijd naar de daarvoor bestemde containers brengt en dat de afvalcontainers vaak vol zijn.
De Afdeling heeft overwogen dat, volgens vaste rechtspraak, de persoon tot wie de aangetroffen afvalstoffen kunnen worden herleid, als overtreder kan worden aangemerkt, tenzij deze het tegendeel aannemelijk maakt. In dit geval heeft [appellant] niet kunnen aantonen dat hij niet degene was die de kartonnen verpakking verkeerd heeft aangeboden. De Afdeling concludeerde dat het college terecht had aangenomen dat [appellant] de overtreder was en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd bepaald dat het college geen proceskosten hoefde te vergoeden.