ECLI:NL:RVS:2023:1604
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 14 september 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.S. Sewman, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 21 oktober 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de procedure heeft de vreemdeling laten weten dat de staatssecretaris haar asielaanvraag alsnog in behandeling heeft genomen, omdat de overdracht aan de Italiaanse autoriteiten niet binnen de gestelde termijn had plaatsgevonden. Ondanks deze ontwikkeling handhaaft de vreemdeling haar hoger beroep, omdat zij nog belang heeft bij een uitspraak over de gemaakte proceskosten.
De Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep van de vreemdeling niet-ontvankelijk is, omdat zij haar doel heeft bereikt met de inhoudelijke behandeling van haar asielaanvraag. De vraag of de staatssecretaris moet worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten biedt onvoldoende aanleiding voor een inhoudelijke beoordeling. De Raad van State heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is om de staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten, omdat het alsnog in behandeling nemen van de aanvraag een gevolg is van veranderde omstandigheden en niet van een wijziging van het in beroep bestreden besluit.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van griffier mr. A.K. de Keizer, en is openbaar uitgesproken op 25 april 2023.