ECLI:NL:RVS:2023:1606
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake aanvraag verblijfsvergunning asiel
Op 25 april 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 2 september 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De rechtbank had op 3 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. In hoger beroep, vertegenwoordigd door mr. J.I.T. Sopacua, heeft de vreemdeling de zaak opnieuw aan de Raad van State voorgelegd.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris laten weten dat hij het besluit van 2 september 2022 heeft ingetrokken en dat hij opnieuw een besluit op de aanvraag van de vreemdeling zal nemen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien het oorspronkelijke besluit niet meer bestaat. De Raad van State heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden, omdat het hoger beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.K. de Keizer, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 april 2023.