ECLI:NL:RVS:2023:1858
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan onderbouwing door vreemdeling
Op 11 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 21 april 2022 was afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 21 december 2022, heeft de rechtbank op 28 maart 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard.
In het hoger beroep dat de vreemdeling heeft ingesteld, heeft hij echter nagelaten om aan te geven waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem onjuist was. Dit gebrek aan onderbouwing heeft geleid tot de conclusie dat het hoger beroep niet ontvankelijk is. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen aangegeven dat zij geen inhoudelijk oordeel kan geven over het hoger beroep, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom de eerdere uitspraak niet juist zou zijn. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E. de Groot, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 11 mei 2023.