ECLI:NL:RVS:2023:1867
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en verzoek om proceskostenveroordeling in asielprocedure
Op 11 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 28 februari 2023, maar trok dit hoger beroep in na een brief van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. In deze brief, gedateerd 24 april 2023, werd meegedeeld dat het besluit van 18 januari 2023 was ingetrokken en dat de asielaanvraag van de vreemdeling in de nationale asielprocedure zou worden behandeld, omdat de overdrachtstermijn volgens de Dublinverordening was verstreken.
De vreemdeling verzocht de Afdeling om de staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten die hij had gemaakt in verband met het hoger beroep. De Afdeling overwoog dat, volgens eerdere rechtspraak, de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden wanneer hij, zoals in dit geval, de asielaanvraag alsnog in behandeling neemt als gevolg van tijdsverloop. De Afdeling heeft het verzoek van de vreemdeling om proceskostenveroordeling afgewezen, met de overweging dat de staatssecretaris in deze situatie niet verplicht is om de kosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De zaak is geregistreerd onder nummer 202301320/1/V1.