ECLI:NL:RVS:2023:1913
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en bevestiging uitspraak rechtbank in asielzaak
Op 17 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Bakker, in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 21 april 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 4 februari 2022 de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk had verklaard. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen in het kader van zijn hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had volgens de Afdeling terecht en op goede gronden geoordeeld, en de motivering van de rechtbank werd overgenomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 17 mei 2023, en is daarmee een bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank, waarbij de vreemdeling geen recht op een verblijfsvergunning asiel werd toegekend.