ECLI:NL:RVS:2023:2162
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 juni 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 3 maart 2023 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H.E. Visscher, advocaat te Papendrecht, had hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg. De rechtbank verklaarde het beroep op 28 april 2023 ongegrond.
In het hoger beroep dat volgde, oordeelde de Raad van State dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel was gekomen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. De Raad van State stelde vast dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, zoals bedoeld in artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
De beslissing van de Raad van State houdt in dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 juni 2023, en de betrokken rechters waren mr. J. Schipper-Spanninga als lid van de enkelvoudige kamer en mr. J.W. Prins als griffier.