ECLI:NL:RVS:2023:2224
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 5 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 27 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Jankie, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In de procedure heeft de staatssecretaris op 9 mei 2023 laten weten dat hij zijn eerdere besluit heeft ingetrokken en dat de asielaanvraag van de vreemdeling nu in de nationale asielprocedure zal worden behandeld. Dit gebeurde omdat de overdrachtstermijn volgens de Dublinverordening was verstreken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De vreemdeling heeft geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, aangezien haar asielaanvraag inmiddels in behandeling is genomen. De staatssecretaris hoeft in dit geval geen proceskosten te vergoeden, zoals ook blijkt uit eerdere uitspraken.
De beslissing is op 8 juni 2023 openbaar uitgesproken door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.