ECLI:NL:RVS:2023:224
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- T.W.A. Weber
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod en bewaring van vreemdeling
Op 19 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was in beroep gegaan tegen besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 24 oktober 2022 een inreisverbod had uitgevaardigd en de vreemdeling in bewaring had gesteld. De rechtbank had op 7 december 2022 de beroepen van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Martens, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Raad nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.