ECLI:NL:RVS:2023:2240
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak
Op 9 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 7 maart 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. Hiertegen heeft de vreemdeling beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 19 april 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.A.A. Charry, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak op 16 mei 2023 het hoger beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd. Het besluit van 7 maart 2023 werd ook vernietigd, maar het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. Aangezien de Afdeling al een oordeel had gegeven over het hoger beroep, was er geen aanleiding meer om het verzoek om een voorlopige voorziening dat door de rechtbank was doorgezonden, in behandeling te nemen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling nu niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat het verzoek niet verder in behandeling wordt genomen. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Jongeneel, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 juni 2023.