ECLI:NL:RVS:2023:2299
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake bewaring
Op 14 juni 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling was op 25 maart 2023 in bewaring gesteld. De rechtbank Den Haag had op 11 april 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
In het hoger beroep heeft de vreemdeling aangegeven dat hij rechtmatig verblijf heeft in Nederland van 28 juni 2022 tot 4 september 2023 op basis van de Richtlijn Tijdelijke bescherming. De staatssecretaris heeft in een brief van 17 april 2023 aangegeven dat hij de bewaring heeft opgeheven en dat de vreemdeling recht heeft op volledige schadevergoeding vanaf 25 maart 2023. De Raad van State oordeelt dat er geen grond is voor het oordeel dat de vreemdeling nog belang heeft bij de beoordeling van het hoger beroep, aangezien zijn belangen zijn vergoed.
De Raad van State heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C.M.J.B. A Campo, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 juni 2023.