ECLI:NL:RVS:2023:2310
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet in behandeling nemen van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 31 januari 2023 is genomen. De staatssecretaris heeft de aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 22 maart 2023 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. de Heuvel, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 23 april 2023 laten weten dat hij het eerdere besluit heeft ingetrokken en dat de asielaanvraag van de vreemdeling nu in de nationale asielprocedure zal worden behandeld. Dit gebeurde omdat de overdrachtstermijn volgens de Dublinverordening was verstreken. De vreemdeling heeft niet gereageerd op deze brief, wat de Afdeling deed concluderen dat het hoger beroep werd gehandhaafd.
De Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De vreemdeling heeft geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij zijn doel heeft bereikt doordat de staatssecretaris zijn asielaanvraag alsnog in behandeling heeft genomen. De Raad verwijst naar een eerdere uitspraak waarin is vastgesteld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden wanneer hij, door tijdsverloop, de asielaanvraag alsnog in behandeling neemt. De beslissing is op 14 juni 2023 openbaar uitgesproken.