ECLI:NL:RVS:2023:2462
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 27 juni 2023 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de afwijzing van aanvragen van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris had op 17 januari 2022 deze aanvragen afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 22 februari 2022 de beroepen van de vreemdelingen gegrond, vernietigde de besluiten van de staatssecretaris en droeg hem op nieuwe besluiten te nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
In de overwegingen van de Raad van State werd een belangrijke rechtsvraag behandeld, namelijk of bij de toetsing aan artikel 1(D) van het Vluchtelingenverdrag moet worden betrokken of een vreemdeling bij terugkeer toegang heeft tot de sector van het werkgebied van de UNRWA waaruit hij eerder is vertrokken. De Raad van State heeft deze vraag beantwoord in een andere uitspraak op dezelfde dag (ECLI:NL:RVS:2023:2446) en concludeerde dat de grief van de staatssecretaris slaagt. Het hoger beroep werd gegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd voor zover deze bestreden was. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S. Nederhoff, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 27 juni 2023.