ECLI:NL:RVS:2023:2463
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel voor Venezolaanse vreemdeling
Op 27 juni 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling had op 5 oktober 2021 een aanvraag ingediend, die door de staatssecretaris werd afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, verklaarde op 12 januari 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond en vernietigde het besluit van de staatssecretaris, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P. Kramer-Ograjensek, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
In de overwegingen van de Raad van State werd onder andere ingegaan op de veiligheidssituatie in Venezuela. Eerder, op 22 maart 2023, had de Raad geoordeeld dat de veiligheidssituatie in Venezuela niet zo ernstig is dat een vreemdeling met de Venezolaanse nationaliteit enkel door zijn aanwezigheid daar een risico loopt op ernstige schade. Dit oordeel werd in het huidige hoger beroep herbevestigd, wat leidde tot de conclusie dat de tiende grief van de vreemdeling faalde.
De overige grieven van de vreemdeling leidden evenmin tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Raad van State oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.