ECLI:NL:RVS:2023:2475
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- H.J. Jongeneel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank Den Haag inzake aanvraag verblijfsvergunning asiel
In deze zaak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 5 juni 2023 zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk heeft verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. I. Mercanoglu, heeft aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen mogelijkheid was voor hoger beroep. De Raad van State heeft in zijn uitspraak van 28 juni 2023 geoordeeld dat de rechtbank terecht toepassing heeft gegeven aan artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waaruit volgt dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep kan worden ingesteld. De Raad van State heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een situatie waarin het verbod op hoger beroep kan worden doorbroken, zoals bij een oneerlijk proces. Daarom heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen. Het hogerberoepschrift van de vreemdeling zal worden doorgestuurd naar de rechtbank Den Haag voor verdere behandeling als verzetschrift, conform artikel 6:15 van de Awb.