ECLI:NL:RVS:2023:2825
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak betreffende rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan
In deze zaak heeft de vreemdeling een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet kan worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op zijn hoger beroep. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 20 juni 2022 werd genomen, waarin de aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan aantoont, werd afgewezen. De staatssecretaris verklaarde het bezwaar van de vreemdeling ongegrond op 16 maart 2023. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, heeft op 27 juni 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 juli 2023 geoordeeld dat er een nader onderzoek nodig is naar de argumenten die de vreemdeling in hoger beroep heeft aangevoerd. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij is bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.