ECLI:NL:RVS:2023:2926
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag staatssecretaris Justitie en Veiligheid
Op 1 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 14 juni 2021 een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 6 juni 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris ging in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat er een beslissing was genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter overwoog dat de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling in aanmerking moesten worden genomen. Hij concludeerde dat er geen noodzaak was voor een voorlopige voorziening, omdat de uitspraak van de rechtbank niet vereiste dat de staatssecretaris de gevraagde vergunning moest verlenen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitvoering van de uitspraak geen onomkeerbare gevolgen zou hebben en dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De staatssecretaris werd bovendien veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 837,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.