ECLI:NL:RVS:2023:2933
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en hoger beroep
Op 2 augustus 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 28 juli 2021 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.E. Temmen, advocaat te Bergen op Zoom, had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg. De rechtbank verklaarde het beroep op 10 december 2021 ongegrond. De vreemdeling ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling nam de motivering van de rechtbank over en concludeerde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. D.A. Verburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.