ECLI:NL:RVS:2023:3023

Raad van State

Datum uitspraak
8 augustus 2023
Publicatiedatum
7 augustus 2023
Zaaknummer
202304531/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake bewaring vreemdeling

In deze zaak heeft de Raad van State op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een vreemdeling die in bewaring was gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling had op 19 juni 2023 een besluit ontvangen waarin zijn bewaring werd opgelegd. Hiertegen had hij op 10 juli 2023 beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die dit beroep ongegrond verklaarde en het verzoek om schadevergoeding afwees. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

De Raad van State heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep op 17 juli 2023 eindigde, maar dat het hogerberoepschrift pas na deze datum was ontvangen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen, waardoor de Raad van State geen aanleiding zag om het beroep ontvankelijk te verklaren. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft ambtshalve getoetst en geen redenen gevonden om de bewaring onrechtmatig te achten. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd en het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden.

Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de gevolgen van het niet naleven van de termijnen in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

202304531/1/V3.
Datum uitspraak: 8 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 10 juli 2023 in zaak nr. NL23.18293 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 19 juni 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 10 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling is in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten.
Overwegingen
1.       De termijn voor het instellen van hoger beroep eindigde op 17 juli 2023. Het hogerberoepschrift is daarna bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft het hogerberoepschrift daarom niet op tijd ingediend. De vreemdeling heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid redenen aan te voeren waarom het hoger beroep toch in behandeling moet worden genomen.
2.       De Afdeling ziet ambtshalve toetsend geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C.M.J.B. A Campo, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. A Campo
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 8 augustus 2023
907