ECLI:NL:RVS:2023:3023
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake bewaring vreemdeling
In deze zaak heeft de Raad van State op 8 augustus 2023 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een vreemdeling die in bewaring was gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdeling had op 19 juni 2023 een besluit ontvangen waarin zijn bewaring werd opgelegd. Hiertegen had hij op 10 juli 2023 beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die dit beroep ongegrond verklaarde en het verzoek om schadevergoeding afwees. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep op 17 juli 2023 eindigde, maar dat het hogerberoepschrift pas na deze datum was ontvangen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen, waardoor de Raad van State geen aanleiding zag om het beroep ontvankelijk te verklaren. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft ambtshalve getoetst en geen redenen gevonden om de bewaring onrechtmatig te achten. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd en het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de gevolgen van het niet naleven van de termijnen in bestuursrechtelijke procedures.