ECLI:NL:RVS:2023:3041
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 8 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die op 15 mei 2023 een aanvraag indiende voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 12 juli 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Schonkeren, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de staatssecretaris de aanvraag niet in behandeling hoefde te nemen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van de motivering van de rechtbank en bevestigt dat de procedurele stappen die door de staatssecretaris zijn genomen, in overeenstemming zijn met de wetgeving. De beslissing van de voorzieningenrechter werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.