ECLI:NL:RVS:2023:3081

Raad van State

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
202201920/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening vreemdeling inzake verblijfsvergunning

Op 10 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek van een vreemdeling om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend in het kader van een hoger beroep tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die eerder een aanvraag van de vreemdeling om wijziging van de beperking van zijn verblijfsvergunning had afgewezen. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de staatssecretaris verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank Den Haag had op 1 maart 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen. Echter, na een nieuw besluit van de staatssecretaris op 30 maart 2023, waarin het bezwaar opnieuw ongegrond werd verklaard, heeft de vreemdeling beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom werd het verzoek afgewezen en werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, in tegenwoordigheid van griffier mr. J. Verbeek.

Uitspraak

202201920/2/V1.
Datum uitspraak: 10 augustus 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek van [de vreemdeling] om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 1 maart 2022 in zaak nr.  21/4658 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 30 november 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om wijziging van de beperking van een aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, afgewezen.
Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 1 maart 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.N. Arikan, advocaat te Amsterdam, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Bij besluit van 30 maart 2023 heeft de staatssecretaris het tegen het besluit van 30 november 2020 gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard.
De vreemdeling heeft daartegen bij de rechtbank beroep ingesteld en de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep en het verzoek heeft de griffier van de rechtbank ter behandeling aan de (voorzieningenrechter van de) Afdeling doorgezonden.
Overwegingen
1.       Uit het verzoek blijkt niet van een spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Verbeek, griffier.
w.g. Sevenster
voorzieningenrechter
w.g. Verbeek
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 augustus 2023
574