ECLI:NL:RVS:2023:322

Raad van State

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
202207500/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Schipper-Spanninga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 25 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 15 december 2022 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 23 december 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling bevestigde dat er voldoende gronden waren om de vreemdeling in bewaring te stellen, aangezien hij geen document had overgelegd waaruit zijn identiteit en nationaliteit bleek. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de vreemdeling op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000 in bewaring kon worden gesteld. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.

De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd vastgesteld door mr. J. Schipper-Spanninga, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier. De uitspraak werd in het openbaar gedaan op 25 januari 2023.

Uitspraak

202207500/1/V3.
Datum uitspraak: 25 januari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 23 december 2022 in zaak nr. NL22.25759 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 15 december 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 23 december 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, advocaat te Tilburg, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen over artikel 59b van de Vw 2000, is elke grond van die bepaling voldoende om een vreemdeling in bewaring te stellen (uitspraak van 13 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1528, onder 3.2). Nu de vreemdeling geen document heeft overgelegd waaruit zijn gestelde identiteit en nationaliteit blijkt en er voldoende bewaringsgronden zijn om een risico op onttrekking aan het toezicht aan te nemen, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de vreemdeling op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Vw 2000 in bewaring kon worden gesteld.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J. Schipper-Spanninga, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.
w.g. Schipper-Spanninga
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Vos
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 januari 2023
644