ECLI:NL:RVS:2023:3538
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod van vreemdeling
Op 20 september 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een inreisverbod dat was uitgevaardigd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het inreisverbod was op 6 mei 2023 opgelegd. De vreemdeling had eerder beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, die op 18 augustus 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. I. Özkara, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom deze uitspraak volgens hem onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, zoals vereist onder artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.
Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. N. Tibold, griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.