ECLI:NL:RVS:2023:3735
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 5 oktober 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had op 1 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 29 september 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat er een voorgenomen overdracht op 6 oktober 2023 zou plaatsvinden.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, gezien de nog niet verstreken hogerberoepstermijn, het noodzakelijk is om een voorlopige voorziening te treffen. De rechter heeft bepaald dat de overdracht van de vreemdeling op 6 oktober 2023 achterwege blijft. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 837,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 5 oktober 2023.