ECLI:NL:RVS:2023:3831
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard in asielzaak na intrekking besluit staatssecretaris
In deze zaak heeft de Raad van State op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 19 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling op 21 juli 2023 ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.P. van Mulken.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 14 september 2023 laten weten dat hij het besluit van 19 mei 2023 heeft ingetrokken en dat de asielaanvraag van de vreemdeling nu in de nationale asielprocedure zal worden behandeld. De vreemdeling heeft echter besloten het hoger beroep niet in te trekken en verzocht om een veroordeling van de staatssecretaris in de proceskosten.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling. Hij heeft immers bereikt wat hij met het hoger beroep beoogde, namelijk dat zijn asielaanvraag alsnog in behandeling wordt genomen. De Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is vastgesteld dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden wanneer hij, door tijdsverloop, de asielaanvraag alsnog in behandeling neemt. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van griffier mr. L.C. Lodeweges.