ECLI:NL:RVS:2023:3897
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en proceskostenvergoeding
Op 20 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 17 juni 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 22 september 2023 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de vreemdeling in zijn verzoek ontvangen en heeft besloten dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 837,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de voorzieningenrechter gebruik heeft gemaakt van de artikelen 8:81 en 8:83, derde lid. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is geregistreerd onder ECLI:NL:RVS:2023:3897.