ECLI:NL:RVS:2023:3916
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning asiel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 april 2023, waarin het beroep tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen, ongegrond werd verklaard. De staatssecretaris had op 9 februari 2023 besloten om de aanvraag van de vreemdeling niet in behandeling te nemen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F.W. Verbaas, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak van 24 oktober 2023 geoordeeld dat de vreemdeling terecht aanvoert dat een zogenoemde loopbrief als bewijs geldt dat om internationale bescherming is verzocht. Dit betekent dat het terugnameverzoek niet tijdig is ingediend, wat de grieven van de vreemdeling ondersteunt. De Afdeling heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd.
De Raad van State heeft bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moet nemen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 2.511,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. J. Schipper-Spanninga, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023.