ECLI:NL:RVS:2023:4095
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 19 juni 2023. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend na een vrijheidsontnemende maatregel die op 28 april 2023 was opgelegd. De vreemdeling was vertegenwoordigd door mr. E. Stap, advocaat te Amsterdam.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 7 november 2023 uitspraak gedaan. De rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde was, betrof de voortvarendheid van de staatssecretaris bij de screening van de vreemdeling, die op de derde dag na het aanmeldgehoor plaatsvond. De Afdeling heeft deze vraag beantwoord in een eerdere uitspraak van 1 november 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4014, en geconcludeerd dat de grief van de staatssecretaris slaagt.
De Afdeling heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd. Aangezien er geen beroepsgronden zijn die de rechtbank niet heeft besproken en de Afdeling geen reden ziet om de grensdetentie onrechtmatig te achten, is het beroep van de vreemdeling alsnog ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.