ECLI:NL:RVS:2023:4170

Raad van State

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
202303780/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. den Heyer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 9 november 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een vrijheidsontnemende maatregel die op 9 april 2023 aan een vreemdeling was opgelegd. De rechtbank had op 9 juni 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

In de uitspraak van 9 november 2023 heeft de Afdeling geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld bij de screening van de vreemdeling. De Afdeling heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. M. den Heyer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. Nouta, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202303780/1/V3.
Datum uitspraak: 9 november 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 9 juni 2023 in zaak nr. NL23.11459 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 9 april 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Bij uitspraak van 9 juni 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.T.C. Rebergen, advocaat te Arnhem, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De in de enige grief opgeworpen rechtsvraag of de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld door de vreemdeling op de derde dag na het aanmeldgehoor te screenen heeft de Afdeling bij uitspraak van 1 november 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4014, beantwoord. Uit de overwegingen van die uitspraak, die hier van overeenkomstige toepassing zijn, vloeit voort dat de grief slaagt.
2.       Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Omdat er geen beroepsgronden zijn die de rechtbank niet heeft besproken en de Afdeling ook ambtshalve geen reden ziet om de grensdetentie onrechtmatig te achten, is het beroep alsnog ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
3.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 9 juni 2023 in zaak nr. NL23.11459;
III.      verklaart het beroep ongegrond;
IV.     wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus vastgesteld door mr. M. den Heyer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. Nouta, griffier.
w.g. Den Heyer
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Nouta
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 november 2023
873