ECLI:NL:RVS:2023:4224
Raad van State
- Hoger beroep
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet in behandeling nemen van asielaanvraag door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 10 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. De rechtbank heeft op 1 augustus 2023 het beroep gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moet nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
In het hoger beroep heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.J. Dijkman, een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De vreemdeling heeft geklaagd dat de staatssecretaris in strijd met de beginselen van fair play en equality of arms verwijst naar hogerberoepschriften in andere procedures zonder deze stukken geanonimiseerd bij te voegen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter geoordeeld dat dit niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, omdat de staatssecretaris voldoende andere informatie heeft verstrekt waar de vreemdeling toegang toe heeft.
De rechtsvraag of de staatssecretaris deugdelijk heeft gemotiveerd dat hij voor Kroatië van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan, is door de Afdeling eerder beantwoord in een uitspraak van 13 september 2023. De Afdeling heeft geoordeeld dat de grief van de staatssecretaris slaagt, waardoor het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep van de vreemdeling wordt ongegrond verklaard. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.