ECLI:NL:RVS:2023:4277
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, die op 24 oktober 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling was op 6 oktober 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat de bewaring rechtmatig was en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Benayad, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 20 november 2023 uitspraak gedaan. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld en de motivering van de rechtbank wordt overgenomen. De Afdeling ziet geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten en verklaart het hoger beroep ongegrond. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokken rechters zijn mr. N. Verheij als lid van de enkelvoudige kamer en mr. W.M. Vos als griffier. De zaak is geregistreerd onder nummer 202306643/1/V3 en betreft bestuursrecht en vreemdelingenrecht.