ECLI:NL:RVS:2023:4696
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had eerder, op 28 juni 2021, een aanvraag van een vreemdeling om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) afgewezen. Deze afwijzing werd later door de staatssecretaris opnieuw ongegrond verklaard, maar de rechtbank Den Haag heeft op 1 december 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de staatssecretaris de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit is gedaan met inachtneming van de belangen van zowel de vreemdeling als de staatssecretaris. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing is genomen als een ordemaatregel, waarbij de staatssecretaris in de gelegenheid wordt gesteld om zijn hoger beroep af te wachten.
De uitspraak is openbaar gedaan en is vastgesteld door mr. J. Schipper-Spanninga, met mr. D.I. Schipper als griffier.