ECLI:NL:RVS:2023:4793
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en niet-ontvankelijkheid hoger beroep
Op 21 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. Deze aanvraag werd op 17 augustus 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 17 november 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 27 november 2023 een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij de vreemdeling met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) op 28 november 2023 uit Nederland is vertrokken. De staatssecretaris heeft laten weten dat de vreemdeling zijn medewerking heeft verleend aan dit vertrek, wat betekent dat hij geen bescherming in Nederland meer zoekt. Hierdoor heeft de Afdeling geconcludeerd dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, in tegenwoordigheid van M.E. van Laar LLM, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 december 2023.