ECLI:NL:RVS:2023:528
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit tot inbewaringstelling van vreemdeling door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 februari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 2 december 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend na de inbewaringstelling van de vreemdeling door de staatssecretaris op 10 november 2022. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Dit was in lijn met eerdere uitspraken van de Afdeling, waaronder een uitspraak van 3 mei 2021, waarin een vergelijkbare rechtsvraag was behandeld.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en veroordeelde de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 837,00 bedroegen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.