ECLI:NL:RVS:2023:530

Raad van State

Datum uitspraak
9 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
202300677/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake eigen bijdrage opvang vreemdeling

Op 9 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa). Het COa had op 15 november 2022 aan de vreemdeling meegedeeld dat de kosten van haar opvang als eigen bijdrage waren vastgesteld op € 5.803,33. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 3 januari 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat de invordering van de eigen bijdrage niet mocht plaatsvinden zolang het hoger beroep liep. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de werking van het besluit van het COa van 15 november 2022 wordt geschorst totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep van de vreemdeling.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter het COa veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 837,00, dat geheel toe te rekenen is aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 februari 2023.

Uitspraak

202300677/2/V1.
Datum uitspraak: 9 februari 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 3 januari 2023 in zaak nr. 22/3739 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: het COa).
Procesverloop
Bij besluit van 15 november 2022 heeft het COa de vreemdeling meegedeeld dat de kosten van haar opvang als eigen bijdrage zijn vastgesteld op € 5.803,33.
Bij uitspraak van 3 januari 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat invordering van de eigen bijdrage niet mag plaatsvinden zolang het hoger beroep loopt.
2.       Gelet op wat is aangevoerd, treft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening.
3.       Het COa moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de werking van het besluit van het COa van 15 november 2022, 200198634‑1 bs‑2/15‑11‑2022, wordt geschorst, totdat op het door de vreemdeling ingestelde hoger beroep is beslist;
II.       veroordeelt het COa tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.
w.g. Steendijk
voorzieningenrechter
w.g. Van den Oosterkamp
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 februari 2023
941