ECLI:NL:RVS:2023:534
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de bewaring van een vreemdeling
Op 9 februari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 23 november 2022 geoordeeld dat de vreemdeling, die op 8 november 2022 in bewaring was gesteld, recht had op opheffing van de maatregel van bewaring en schadevergoeding. De staatssecretaris ging tegen deze uitspraak in hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had de maatregel van bewaring terecht opgeheven, en het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De rechtsvraag die in het hoger beroep aan de orde was, was eerder door de Afdeling beantwoord, waardoor er geen aanleiding was om anders te oordelen.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het hoger beroep zijn gemaakt. De totale kosten werden vastgesteld op € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.