ECLI:NL:RVS:2023:759
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake verblijfsvergunning asiel
Op 24 februari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 9 september 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 april 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingewilligd, zonder dat er een bestuurlijke dwangsom was vastgesteld. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Issa, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.