ECLI:NL:RVS:2023:768
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake wijziging verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de Raad van State op 24 februari 2023 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 14 januari 2022 een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voor wijziging van de beperking van zijn verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd afgewezen. Vervolgens verklaarde de staatssecretaris op 23 mei 2022 het bezwaar van de vreemdeling ongegrond. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 16 december 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Karkache, heeft hoger beroep ingesteld, maar dit hogerberoepschrift is pas na de wettelijke termijn van 13 januari 2023 bij de Raad van State ingediend. De vreemdeling stelde dat hij de uitspraak van de rechtbank pas op 17 januari 2023 had ontvangen en dat hij daarom pas op 2 februari 2023 hoger beroep heeft ingesteld. De Raad van State oordeelde echter dat de vreemdeling niet tijdig heeft gehandeld en dat zijn argumenten niet voldoende waren om het hoger beroep alsnog in behandeling te nemen.
De Raad van State heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.