ECLI:NL:RVS:2024:1251
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel
Op 27 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 september 2023 niet in behandeling was genomen. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard op 8 december 2023.
In het hoger beroep heeft de staatssecretaris op 4 januari 2024 laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is met de vreemdeling. Dit leidde de Afdeling tot de conclusie dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt.
De Afdeling heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 maart 2024.