ECLI:NL:RVS:2024:1415
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen buiten behandelingstelling aanvraag verblijfsvergunning asiel
Op 3 april 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 18 augustus 2022 de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd buiten behandeling gesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, verklaarde op 26 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.J. Verwers, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris op 14 juni 2023 laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling geen contact meer met hem heeft. De Afdeling heeft hieruit geconcludeerd dat de vreemdeling geen bescherming meer in Nederland zoekt en daarom geen belang heeft bij een beoordeling van het hoger beroep. Dit leidde tot de beslissing dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 april 2024.