ECLI:NL:RVS:2024:1536
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake verblijfsvergunning asiel
Op 10 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit hoger beroep volgde op een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 27 februari 2024, waarin het beroep van een vreemdeling tegen het besluit van de staatssecretaris om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen, gegrond werd verklaard. De rechtbank had bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van haar uitspraak.
De staatssecretaris had in zijn hoger beroep een rechtsvraag over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor Bulgarije opgeworpen. De Afdeling heeft deze vraag beantwoord in haar eerdere uitspraak van 29 februari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:870, en geconcludeerd dat de grief van de staatssecretaris slaagt. De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd.
De Afdeling heeft vervolgens het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris geen aanleiding had om toepassing te geven aan artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening, ondanks de omstandigheid dat de vreemdeling een broer in Nederland heeft. De overige beroepsgronden van de vreemdeling zijn van algemene aard en zijn al voldoende betrokken in het kader van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Het beroep van de vreemdeling is ongegrond verklaard, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 april 2024, en de voorzieningenrechter heeft de beslissing als volgt geformuleerd: het hoger beroep is gegrond, de uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, het beroep is ongegrond en het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen.