ECLI:NL:RVS:2024:1647
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- D.I. Schipper
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake bewaring vreemdeling
Op 20 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een besluit genomen om de vreemdeling in bewaring te stellen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem. Op 2 februari 2024 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J. van Bennekom, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De termijn voor het indienen van het hoger beroep eindigde op 9 februari 2024. Het hogerberoepschrift is echter pas na deze datum bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 april 2024 uitspraak gedaan en het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is genomen door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. D.I. Schipper, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.