ECLI:NL:RVS:2024:1648
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake verblijfsvergunning asiel voor vreemdeling
Op 21 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd buiten behandeling gesteld. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch. Op 8 februari 2022 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag moet nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
In het hoger beroep heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de rechtsvragen over het nemen van een asielbesluit zonder terugkeerbesluit behandeld. De Afdeling heeft geoordeeld dat de Terugkeerrichtlijn niet in de weg staat aan het nemen van een terugkeerbesluit na het asielbesluit, mits er voldoende tijd is voor onderzoek naar adequate opvang in het land van terugkeer. De staatssecretaris heeft een geldige reden gegeven voor het niet uitvoeren van dit onderzoek tijdens de asielprocedure, omdat de vreemdeling niet op het nader gehoor is verschenen.
De Afdeling heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. den Heyer, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 19 april 2024.