ECLI:NL:RVS:2024:1859
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen inreisverbod van vreemdeling door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 2 mei 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een inreisverbod dat op 3 juli 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was uitgevaardigd. De vreemdeling had eerder beroep ingesteld tegen dit besluit, maar de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, verklaarde het beroep op 22 februari 2024 ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Palanciyan, advocaat te Amsterdam, ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden, waardoor verdere motivering niet nodig was.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 2 mei 2024, waarbij mr. M. den Heyer als lid van de enkelvoudige kamer en mr. T.W.A. Weber als griffier aanwezig waren.